Vast en flex ontmoeten elkaar op de werkvloer
De discussie over flex, vast, te flex, te vast, en alle ellende die dat kan opleveren, is in enkele jaren tijd uitgegroeid tot een maatschappelijk debat waarin velen zich roeren. Soms laten de hoogopgeleide, assertieve zelfstandigen van zich horen. Zij balen ervan dat faciliteiten als scholing en pensioen niet toegankelijk zijn voor hen en dat zij worden achtergesteld bij werknemers die in dienst zijn. Dan staan de vakbondsbestuurders op die aandacht vragen voor schijnzelfstandigen, die voor een schijntje worden ingehuurd. Werkgevers benadrukken dat zij flexibiliteit hard nodig hebben, maar maken zich intussen ook zorgen over uitwassen. De jongeren roepen dat zij te vaak aan de flexibele kant van de kloof blijven hangen en maken de discussie daarmee tot een generatiedebat.
Als het gaat om oplossingsrichtingen, dan is er best een gemeenschappelijke lijn te ontdekken: 1) breng flex en vast dichter bij elkaar - al is de vraag natuurlijk in welke richting - en 2) zorg dat flexibele krachten eenvoudiger kunnen deelnemen aan collectieve faciliteiten. Het manifest 'Naar een nieuw Dutch Design voor flexibel én zeker werk 'van Ton Wilthagen en anderen, zoekt de oplossingen grotendeels op een nationaal niveau, in het breed toegankelijk maken van scholing en sociale zekerheid. Het uitgelekte boodschappenlijstje van FNV voor het sociaal overleg laat zien dat zij de kloof via nieuwe regels willen dichten: alle flexwerkers na één jaar een vast contract. De focus ligt daarmee vooral op het individuele niveau (waar de sores worden gevoeld) én op het centrale niveau (waar de oplossing wordt verwacht) en niet zo zeer op het niveau van de arbeidsorganisatie. Dus overheid: regel die faciliteiten en die wetten, en sociale partners: ontschot alles wat nu nog sectoraal of op bedrijfsniveau is geregeld. Best logisch natuurlijk, omdat flexwerkers zich juist niet verbonden voelen met de arbeidsorganisatie. Bovendien lijkt het alsof je op het institutionele niveau makkelijker aan knopjes kunt draaien om de kloof tussen flex en vast te verkleinen. Toch ligt de sleutel voor meer of minder flexibiliteit wel in de arbeidsorganisaties. Dat zijn immers de plekken waar vast en flexibel elkaar direct ontmoeten.
De werkgevers kunnen immers ook de opdrachtgevers zijn en in beide rollen gaan zij het gesprek aan met mensen die zich tegen bepaalde voorwaarden willen inzetten voor de organisatie. Dat dit gesprek nu nog fundamenteel anders is bij de werknemer (pas je bij de ‘familie’? Hoe doen we dat met scholing en pensioen?) dan bij de opdrachtnemer (wil en kun je de opdracht doen en wat kost dat?) is in principe een kunstmatig verschil. In het gesprek over wederzijdse verwachtingen zal blijken dat de behoefte aan flexibiliteit en zekerheid aan beide kanten veel genuanceerder ligt.
Corrie wil graag met mensen werken die loyaal zijn aan haar organisatie, maar ze verwacht ook dat ze flexibel en breed inzetbaar zijn. Hans wil in deze levensfase liever ietsje meer zekerheid, maar vindt het een leuke uitdaging om voor 10% in een flexibele pool te zitten en zo breed ervaring op te doen. Linde heeft nog andere klussen, maar 20% gegarandeerde omzet is voor haar fijn. Allebei willen ze graag deel uitmaken van een organisatie, meewerken aan een gezamenlijk doel en waar nodig binnen de organisatie kunnen investeren in hun inzetbaarheid. En over vijf jaar kan het best zijn dat Linde wat meer vastigheid wil en Hans wat minder.
Waarom zou je geen cao-afspraken kunnen maken over een schaal van flexibiliteit, zodat mensen vervolgens in overleg kunnen kiezen hoe flexibel het wordt, om zo de risico’s en de vrijheid te spreiden? (Zie ook ideeën hierover van Jongejan, Donners, van de Ven & Nauta in Iedereen flex (met zekerheid), in vakblad GIDS voor personeelmanagement, september 2012). Dat sluit prima aan bij de ontwikkeling van nieuw werken, waarin toch al meer wordt overgelaten aan medewerkers. Je laat de vaste grenzen van de organisatie een beetje los om vervolgens juist wél te investeren in alle arbeidsrelaties en goede afspraken te maken over wat je nodig hebt om je werk goed te toen.
Om beweging te brengen in de flexdiscussie moeten we dus vooral aan de slag op bedrijfsniveau. We hebben ruimte nodig om te experimenteren met het spreiden van flexibiliteit. En natuurlijk hopen we dat op centraal niveau de randvoorwaarden goed worden geregeld. Wellicht moeten er regels worden opgerekt, zodat bijvoorbeeld afspraken met ZZP´ers over secundaire arbeidsvoorwaarden niet als concurrentievervalsing worden gezien. Of er moet een faciliteit in het leven worden geroepen, zodat iedereen het geld heeft om te investeren in eigen inzetbaarheid. Echter, het dichten van de kloof begint op de werkvloer. Zullen we daar dan maar eens aan de slag gaan? Wie steekt z’n nek uit?
Herverdelen van loon over je loopbaan: levensloop, maar dan beter
De A van a-advies
Pensioenfondsfusies op de Malediven
Investeren in werkplezier loont!
Wie is verantwoordelijk voor werkplezier?
Medezeggenschap op basis van huwelijkse voorwaarden?
Het doolhof van werkloosheid en het SER-advies
Mijn verjaardag is een feestdag
Collega’s met karakter
Een verandering van tijdperk
De harde werkelijkheid?
Bekijk oudere blogs
De organisatie als lean mean fighting machine?
Bezigheidstherapie voor de intellectueel
Kwaliteit van de arbeidsrelatie in de knel
Regering kiest voor statische wijziging: de gemiste kans van het nieuwe fiscale pensioenkader 2015
In de schijnwerpers: het fundament van een succesvolle organisatie
Goede voornemens van een poldervernieuwer
Arbeidsmigratie
Jong versus Oud
De hippe polder
Nieuw evenwicht in de doe-democratie
Discussie over doorgeschoten flexibele arbeid is doorgeschoten
Bekijk oudere blogs
Menselijke waardigheid
De trucker anno 2013: ver van huis en in zijn sas?
Een nieuw tijdperk zonder managers?
Sociaal akkoord en de blinde pensioenvlek
Weer bij mamma wonen ofwel 'Heimwee naar het oude werken'
Pas op voor de VUT!
Andere tijden….
De nieuwe balans tussen flex en zeker
Vast en flex ontmoeten elkaar op de werkvloer
Win-win in crisistijd
‘Wees blij dat je nog een baan hebt!’
Bekijk oudere blogs
Triple Criminal
Sinterklaas en het koopklachtpraatje
Pensioen en regeerakkoord: een sportieve uitdaging!
Heeft ‘nieuw werken’ een week nodig?
Onderhandelingen: waar ga ik zitten of staan?
Arbeidsverhoudingen 2020
Van 'win/lose' naar samenwerken
Taskforce Ouderenwerkloosheid: pak de cultuur bij werkgevers en werknemers aan!
Forens word je niet alleen
Bedrijfstakpensioenfondsen & The Flintstones: “Wilma, open this door”!!
Kwaliteit van cao-afspraken valt of staat met naleving
Bekijk oudere blogs
Forensenbelasting Deel 2 ... of hoe wij over onze schaduw struikelden
Trias politica en het ABP
Geen nieuwe vakbeweging? Kansen gemist!
Arbeidsrevolutie
De logica van onbelaste reiskosten
Van visiteren naar volwassen intern toezicht!?
Combinatie werk en privé lastig? Doe er zelf wat aan!
Je ziet door de stickers het bos niet meer!
Draagvlak van cao’s – dilemma’s en oplossingen
Imagostress in de Polder
Zachte pensioenrechten bij een verzekeraar!?
Bekijk oudere blogs
Waar zijn de helden gebleven?
Louis van Gaal in uw pensioenfondsbestuur!?
Wetsvoorstel Flexibel Werken: waar bemoeit de politiek zich mee?
Ambtenaar, hoe houd je het vol?
De personeelschef die sociale innovatie te serieus nam
Op jacht
Leiderschap: lessen uit de rockmuziek
Wisselende contacten
Flexibel werken
Verlangen naar de reproman
Latte-mama's en iPad-papa's
Bekijk oudere blogs
Op de camping
Een goed gesprek
Eindelijk rust
Zou Johnny Hoogerland ook zelf zijn Persoonsgebonden budget kunnen aanvragen!?
2+ of 3-
De Wet van de reisleider: sleutel voor vernieuwing van arbeidsvoorwaarden
Steuntje in de rug
Nieuw werken
Life is calling
Doorgaan
De cao-onderhandelaar: reisleider of hostess?
Op tijd een sigaret
< Terug naar blogs